Nabije Buurtgenoten,  
het zijn de warme dagen in de decembermaand. De dagen dat we rond de boom kruipen. Hier in het Bezuidenhout is dat niet nodig, wij hebben het hout al in de naam. Maar een boom opzetten, is dat nu wel zo verstandig?  

Nederlanders missen de laatste jaren het Kerstgevoel. Echte sneeuw en kou hebben we niet meer. Maar geen nood: we plakken de sneeuw zelf tegen het raam. Binnenshuis zijn we uitversierd, nu is de buitenkant aan de beurt. Daar gaan we: kerstmannen aan de dakgoot, bewegend op ladders en fietsend over touwen, flikkerende rendieren, lichtslangen in de vorm van  ijspegels, enorme plastic kerstballen voor in de bomen in de tuin – en uiteraard is alles verlicht. Eigenlijk willen de bewoners zeggen: ‘Kijk: we hebben elektriciteit, en we kunnen het betalen’. In tuincentra is de Chinese plastic troep niet aan te slepen; de complete woonomgeving moet eraan geloven. Er wordt een hoeveelheid voedsel ingeslagen alsof we aan het begin staan van een nieuwe Tachtigjarige Oorlog. Kilometers kalkoen worden verorberd. Genoeg is te weinig, en teveel is nooit genoeg. Als we het maar gezellig hebben.  

 En hoe gezellig ís het, als je iemand een cadeau geeft en hij zegt:  ‘Dat had je niet hoeven doen. Hij of zij bedoelt eigenlijk: ‘Hier heb ik geen flikker aan’. Ik heb zelf al mee moeten maken dat iemand zei: ‘Ik hoef geen gedicht. Ik heb liever de kassabon.’ Een ander ritueel dat enigszins gedateerd aandoet is het versturen van kerstpost. Weet je wat ik raar vind aan kerstkaarten? Iedereen schrijft zijn eigen naam erop – maar niet die van jou. Dat levert de volgende conversatie op in huize Bral. ‘Kijk, een kaart. Prettige kerst, Coby en Henk.’ ‘Zullen we Coby en Henk een kaart sturen?’ ‘Geen idee wie dat zijn.’ ‘Ik ook niet, maar we krijgen al veertien jaar een kaart van ze, en zij van ons. Echt depressief wordt ik als ik dezelfde kerstkaart krijg van verschillende mensen. Of als ik verschillende kerstkaarten krijg van dezelfde mensen. Het meest bekende ritueel is echter het opzetten van de kerstboom.  

Onze kerstbomentraditie gaat terug tot de oude Egyptenaren. Die hadden al groenblijvende bomen als symbool voor het eeuwig leven. Duizenden jaren later blijkt het een bloeiende bedrijfstak. Driekoningen is traditioneel het moment dat de kerstboom weer uit de huiskamer verdwijnt, maar het is helemaal niet nodig om definitief afscheid te nemen van je kerstboom. Je kan ‘m naar het kerstbomenasiel brengen. Da’s een stuk land waar een boer erover waakt. Beter voor de natuur – al komen de meeste mensen ‘m met de auto brengen. En weer halen. Zo bouw je een band op met je boom. Nóg beter voor de natuur en de portemonnee is het om helemaal geen boom in huis te nemen. We kennen pakketschaamte, vliegschaamte, sinds kort ook strooischaamte (strooizout bevat PFAS) – maar van boomschaamte had u vast nog niet gehoord. Bomen ervaren stress. En in de huiskamer heerst imménse stress. Een spar in de hoek bij de verwarming – dat is de pure hel voor uw Nordmann. Om nog maar te zwijgen van het onafwendbare einde. De kortstondigheid van het bestaan wordt nergens beter verbeeld dan door de kerstboom. Want hoe eindigen kerstbomen? Omvergegooid op straat. Met hun takken slingerend op de koude stenen. Amper een paar weken geleden werd de boom binnengehaald in de warme familiekring als een verloren gewaande vriend. Nu wacht het stompe mes van de vuilniswagen of het gemeentelijk vuur. Vroeger werd er zelfs een heuse kerstbomenjacht georganiseerd om ze te pakken te krijgenDat kun je je nu toch niet meer voorstellen! t Is maar om te zeggen: overweeg dit jaar eens om geen boom op te zetten. Ik wens heel Mariahoeve een heerlijke Kerst, maar als ik een boom wil zien ga ik wel naar Marlot. En dat zou u ook kunnen doen.   

Ik wens u een boomloze Kerst en vooral een kerngezond 2020!